Kees Teer, directievoorzitter Corendon Hotels & Resorts, over het nieuwe opleiden voor de hospitalitymarkt

Kees Teer mag je gerust een horecaroutinier noemen. Die liefde voor het vak begon in zijn puberjaren, in de voetbalkantine. ‘De horecabedrijfstak, dat is zo gezellig’, zegt hij. Hij doorliep de middelbare hotelvakschool en bouwde gestaag aan een mooie loopbaan bij vooraanstaande hotels. Hij is voorzitter van de directie van Corendon Hotels & Resorts en bevlogen partner van het House of Hospitality, waarmee hij meer studenten wil enthousiasmeren voor een carrière in de hospitality.

Kees Teer studeerde hotelmanagement aan Hotelvakschool De Kogge. Hij begon zijn carrière bij het toenmalige Sheraton Schiphol Inn als nachtmanager, was o.a. director F&B van het Barbizon New York en adjunct-directeur van Golden Tulip Barbizon Palace, general manager van het Dorint Hotel Amsterdam Airport, areamanager van Dorint Benelux en regiomanager bij Accor Hotels. In 2012 stapte hij over naar Corendon.

 

We ontmoeten elkaar in Plaza, een van de drie gebouwen van Corendon Village, het spectaculaire hotel tussen de snelwegen A4 en A9. Dat hotel ‘met het vliegtuig in de tuin’. Corendon bouwde het een paar jaar geleden op een strategische superplek. Amsterdam-Centrum is een halfuurtje verderop, Schiphol en de Zuidas liggen op een steenworp afstand. Met 680 kamers en appartementen is dit het grootste hotel van de Benelux. En het zit bomvol. 

Nederland sterk

‘Het is geen hogere wiskunde’, vertelt hij. ‘Iedereen weet dat de vraag naar hotelaccommodatie in de regio Amsterdam hoog zal blijven. Door de groei van de wereldbevolking en de economische groei in landen als China, Brazilië en Rusland. Nederland heeft macro-economisch een sterke positie met luchtvaart, scheepvaart en toerisme. In alle lijstjes staat Nederland in de top 5. We zijn logistiek sterk, we zijn tweetalig, we hebben geen terroristische dreiging. Allemaal aantrekkelijke proposities voor de hoofdstad.’

Alles ademt hospitality

In een afgezet hoekje in de levendige ruimte kunnen we even rustig zitten. Groepjes jonge toeristen met rolkoffers wachten op vervoer, bij de check-in staat een rij, mensen lopen in en uit de kleine supermarkt voor vers sap of een broodje. ‘Koffie?’ Alles ademt hier hospitality. Het viersterrenhotel heeft een eigen bioscoop met de nieuwste films, een zwembad, een fitnessruimte, een spa en een skybar met uitzicht over de start- en landingsbanen van Schiphol. ‘Vooral ’s avonds is dat een magisch gezicht’, zegt Teer. 

Meer studenten en zij-instromers

Corendon is partner van House of Hospitality, het publiek-private samenwerkingsverband waarmee bedrijven en opleiders in de metropoolregio Amsterdam meer studenten en zij-instromers willen enthousiasmeren voor een carrière in de hospitality. Dat is nodig, want zoals in vele andere sectoren, is ook de spoeling in de hospitality dun. ‘En de vraag is enorm’, zegt Teer. ‘De sector is hard op zoek naar hospitalitykanjers. Geen mensen die de horeca als bijbaantje zien, maar bevlogen professionals die echt aan een carrière willen bouwen.’ 

Brug tussen opleiding en praktijk

Corendon stond vooraan toen House of Hospitality drie jaar geleden uit de startblokken schoot. ‘We moeten met het ROC gaan zitten’, had hij zijn medebestuurders gezegd. ‘Ik heb altijd feeling met het onderwijs gehouden. In de hotels waar ik werkte was er altijd plek voor trainees.’ Kees Teer verruilde zijn hotelomgeving zelfs voor een kantoor bij het ROC College Centrum waar hij meeschreef aan het onderwijsprogramma voor de twee talige MBO opleiding MIH, Manager International Hospitality. ‘Het bedrijfsleven verandert sneller dan het onderwijs. Maar door actieve samenwerking en overleg kunnen we de brug slaan tussen wat de opleiding biedt en wat de praktijk vraagt.’ Dat gebeurt onder anderen door een nieuwe vorm van praktijkonderwijs: studenten leren het vak op de werkvloer van hotels, restaurants en facilitaire ondernemingen en draaien volledig mee in het rooster. Met docenten on-the-job van het ROC van Amsterdam en praktijkbegeleiders van de bedrijven zelf. 

Een eigen vijver 

In The College Hotel aan het Amsterdamse Roelof Hartplein leidde de Corendon-crew de afgelopen drie jaar een groep Hotelmanagement-studenten op. Zij waren de eersten die afgelopen zomer afstudeerden. ‘Het is fantastisch om op die manier te werken aan de nieuwe generatie hotelmedewerkers. Alle talenten uit The College Hotel-groep zijn behouden voor de sector. En voor ons als bedrijf is een extra voordeel dat we negen van de studenten direct een baan hebben kunnen aanbieden. Zo creëren we een eigen vijver met talenten die zonder werving, sollicitatieprocedures en inwerken meteen van start kunnen.’ 

Ook hbo’ers

Behalve het opleiden van mbo-studenten wordt er ook nadrukkelijk samengewerkt met hbo’s. Zo doen studenten van Inholland en Hotelschool The Hague onderzoek naar vraagstukken uit de markt. ‘Ook de hbo’ers hebben we hard nodig’, zegt Teer. ‘Daarom is die aansluiting van onderwijs en praktijk op alle niveaus gewenst. En daar hebben we als werkgevers zelf ook een rol niet. Je moet je in deze branche aantrekkelijk en actief opstellen, talent opvangen en begeleiden, een goed werkklimaat bieden en een goed salaris betalen. Anders blijven we hangen in dat imago van slecht betaald werk op onregelmatige tijden.’

In 2020-2021 gaat Corendon bij The College Hotel opnieuw een groep studenten opleiden. Een aantal daarvan kan wellicht aan de slag bij het fonkelnieuwe hotel & resort op Curacao, dat Corendon momenteel bouwt.

Meld je hier aan voor de nieuwsbrief