De samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven werd tijdens de meet up benadrukt door korte duo-interviews. Enkele zinsneden uit deze vraaggesprekjes.
Lars Boom (ROC) en Bart van den Hauten (NH Hotels) over hybride leren:
Bart: ‘Zoeken naar de optimale samenwerking is karakteristiek voor hybride leren.’
Lars: We moeten het onderwijs aanpassen aan de wens en vraag van het bedrijfsleven. Dat doen we in gesprek met de driehoek: onderwijs, bedrijf, student. We overleggen veel.’
Bart: ‘We zijn constant met elkaar aan het uitvinden hoe we de samenwerking op een hoger niveau kunnen neerzetten.’
Lars: ‘Daar horen ook scherpe discussies bij. Er zit een gat tussen onderwijs en bedrijf. We starten teveel vanuit de schoolgedachte: toetsen, stage. Het beroepenveld zou leidend moeten zijn.’
Grietje van der Mossel (ROC) en Esther Visser (Leonardo Hotels) over stage en praktijk:
Esther: ‘We zijn vanuit Leonardo de samenwerking als stagebedrijf aan het opstarten. Het begint met begrip voor de noodzaak. Daarnaast zouden wij de opleidingspartners ook goed willen leren kennen.’
Grietje: ‘Studenten hebben de vrijheid om een passend stagebedrijf te kiezen. Om studenten bij de partnerbedrijven te kunnen onderbrengen, moeten we de partners leren kennen. Dan kunnen we studenten wijzen op specifieke extra’s die een bedrijf biedt.’
Esther: ‘Daarnaast is het belangrijk dat we weten wat studenten willen, dan kunnen we daar als stagebedrijf op inspelen. We zouden ons hotel kunnen openstellen en studenten een kijkje laten nemen.’
Frans Nijkamp (ROC) en Arjan Buijserd (Radisson Blu Hotel) over praktijkbegeleiding:
Arjan: ‘We hebben veel gesproken, veel afspraken gemaakt. Het is inmiddels echt een tandem.’
Frans: ‘Als docent ben je meer coachend bezig. We zitten als docenten en praktijkbegeleiders op één lijn.’
Arjan: ‘Radisson is selectiever geworden in het kiezen van studenten. Dat kwam omdat de groep die uit corona kwam lastig was. Er moeten rolmodellen in zo’n groep zitten, waar de rest zich aan kan optrekken. Dat was in deze groep niet het geval.’
Frans: ‘De groep is niet veel samen. Het zijn kleine groepjes op verschillende afdelingen. Wat ik wel knap vind, laten we dat niet vergeten, is dat de studenten er om 7.00 uur ’s ochtends staan. Er zijn er die van boven Hoorn komen.’
Arjan: ‘Ondanks de lastige groep zijn we doorgegaan. Het draagvlak was weg, maar we hebben gesprekken gevoerd met de leermeesters. We hebben een andere introductie gedaan en het is volledig omgedraaid. We hebben veel geleerd. Studenten zien we nu ook als collega’s. We vieren dingen.’